logo
  • Reisblog Zwitserland: van Mol naar Saanen

Een prospectie die de allure van een vakantie krijgt. Zo voel ik me na een dag in het hooggebergte, stappen in de hoogtezon tussen de witte toppen op Glacier 3000 in Les Diablerets. Buiten adem geraken in de ijle lucht, dan weer een versnelling hoger. Het ijs van de gletsjer in kantwerk met zwarte gletsjersilt smelt weg en vloeit en glinstert, en zoekt een weg tussen de morenen. De kale onbegroeide hellingen van asgrauw zand tekenen de contouren van afgesmolten gletsjertongen. Onmacht en weemoed duw ik weg in de beleving van deze prachtige oktoberdag.

Dinsdag vertrokken we vanuit Mol met de trein naar Antwerpen en Brussel Midi. De vlotte transfer van Gare du Nord in Parijs naar Gare de Lyon, liet zelfs een wijntje toe op een Parijs terras met rode parasols en rotan terrastafels. Onze reistassen gepropt tussen stoelen en plantenbakken. Na de ontluikende vooralpen van de Bresse en de Drôme worden de oevers van het Lac Léman ontnomen aan het zicht door de invallende duisternis.

Het hotel in Lausanne charmeert door het concept met een nieuwe kijk op het gebruik van ruimte. De inkom van de hotelkamer praktisch ingericht met lavabo en functionele bergruimte. De schuifdeur naar de kamer tegelijk geluidsscherm met de gang. Douche en toilet dan weer beperkt in omvang met gevoel van plaats, apart achter blindglazen wanden.

Het ontbijt met panoramisch zicht op het Lac Léman, gehuld in slierten van ochtendnevel lonkt ons naar de stad.

De ligging van het hotel aan een kleine halte van de noord-zuid metrolijn is ideaal. Op een wip wandel je tussen de kramen van de biomarkt in de middeleeuwse stad rond de kathedraal. En zuidwaarts glijd je al even zacht naar de oevers van het meer. Op wandelafstand liggen het nieuwe museumdistrict Platforme 10 en het Quartier du Flon, een voorbeeld van gentrification op de voormalige site van leerlooierijen.

Mensen kijken, heerlijk. Ze veranderen met de stadsbuurt. Chique sober in beige, wit en zwart op bakfietsen en met stijlvolle tassen in de oude stad. Jong en dynamisch met een glas en druk gesticulerend in groepjes in de 19de eeuwse stationsbuurten tussen gevels in Belle Epoque en Art Deco, kuierende toeristen langs het meer tussen kiosken met hamburgers en pizza. Gek is dat toch. En zo wereldwijd uniform in veelzijdigheid.

De volgende ochtend nemen we ferryboot van Lausanne naar Chateau Chillon. De wijngaarden van Lavaux in het scheerlicht van de ochtendzon. Wijndorpen prominent op de terrassen of genesteld in de geulen van valleien. Aan de haltes wandelen grootouders met peuters, zitten mannen te keuvelen. Het schip fluit bij aankomst en vertrek, fluit bij passerende treinen aan de oevers.

Het kasteel van Chillon, bolwerk van de Savoie, wemelt al van Aziatische toeristen allemaal op zoek naar de stille getuigen van Bonivard en Byron. Een geschiedenis leuk voorgesteld met een tikkeltje humor en Zwitserse nuchterheid over eigen geschiedenis.

Verder naar Montreux. Net genoeg tijd voor enkele sushi en een wandeling over de promenade aan het meer tot bij het beeld van Freddie Mercury. Toeristen laten zich fotogrferen door partner of vriend, terwijl ze dezelfde pose aannemen. ‘M’a tu vue?’

En dan met de Golden Pass in panorama naar Saanen. Op het eerste zicht is de inkom van het Landhaus Hotel wat sober. De decoratie van de ruime kamer en trouwens het hele hotel is een eerbetoon aan scherenschnitte, een typisch ambacht in het Saanental. We wandelen naar de middeleeuwse kerk, genieten van het orgelspel en bewonderen de middeleeuwse fresco’s. Het avondmaal in het hotel is heerlijk en eerlijke Zwitserse gastronomie, met een vriendelijke en onberispelijke bediening.

Mijn mooie herinnering aan de Filosofenweg met teksten van Yehudi Menuhin, wordt onttroond. Het pad blijkt in verval en overwoekerd door nieuwe toeristische initiatieven zoals een natuurexploratie voor het jonge soortje en wildgroei van campings. Gelukkig behouden zijn teksten een bijzondere zingeving.

Het alternatief wordt een historische wandeling door Saanen en Gstaad, met verhalen over de groten der aarde op zoek naar het authentieke Zwitserland.

‘s Nachts begint het te regenen. De scherpe reisplanning laat ons echter niet toe de uitstap naar het Simmental uit te stellen. Dus gewapend met muts en regenjas nemen we de trein naar Zweistimmen en verder naar Lenk, waar vandaag Miss Simmental wordt verkozen. Onze treingenoot, een Nieuwzeelander, ook gedreven door zijn interesse voor koeien, wacht op zijn reisgenote met blonde staart - volgens etienne vals en hij kan het weten - en goudblinkende sweater, verdacht volle lippen en zo meer.

We spurten naar de bus, die ons naar de Simmenfälle brengt. Een korte wandeling naar de tweede waterval. We besluiten de ochtend met een wildschotel in de plaatselijke stube, een digitaal detox moment. We worden vriendelijk maar met aandrang verzocht, ondersteund door stickers op tafels, in toilet en aan de muren, om gsm op vliegtuigmodus te plaatsen, en bluethoot en babyfoon (hebben we niet bij ) uit te schakelen. Deze vallei legt zich toe op de niche van stralingsgevoelige toeristen. Kwestie van uw doelgroep te bepalen en hopelijk ook te bereiken, wat me niet zo eenvoudig lijkt in onze online-wereld. Toch vult de stube zich met wandelaars en weekendgasten, die zich onderdompelen in gedempte conversaties. Toch leuk om mensen te horen praten, in plaats van swipen en liken.

De volgende bus komt pas over dik een uur. We besluiten terug te wandelen langs de Simme: mooi tussen weides en kaasboerderijen, en Simmentaler, zij die de missverkiezing in Lenk aan hen laten voorbij gaan.